HUYS, Modest

ModestHuys1917

HUYS, Modest (1874-1932)

Kunstschilder Modest Huys zag in 1874 het levenslicht in de Olsense Kerkstraat.
Vader Huys was een schilder-decorateur en Modest sprong al op jonge leeftijd bij.

Rond 1890 verkoos Modest Huys zich eerder te profileren als kunstschilder.
Zijn interesse werd aangewakkerd door een ontmoeting met Emile Claus. Later gingen steeds meer kunstenaars deel uitmaken van zijn vriendenkring;  James Ensor, Leon De Smet, Jenny Montigny, dichter René Declerq en schrijver Stijn Streuvels …
In 1902 schreef Modest zich in aan de Antwerpse Academie voor Schone Kunsten. Hij zou die opleiding nooit afmaken want hij had een hekel aan het schoolse en bleef liever bij zelfstudie.
Als autodidact was Huys een échte selfmade-man en bijzonder sterk en ruim  geëngageerd. Zonder academische vorming ontwikkelde hij intuïtief zijn eigen schilderkundige waarden.
Huys was daarenboven veel volkser gericht en gezind dan Emile Claus en hechtte veel belang aan de esthetische ontwikkeling van zijn al dan niet volkse medemens: “Ik vind het noodzakelijk dat er wat meer gewerkt wordt om de kunstgevoelens onder ’t volk te verspreiden.” Zijn verbondenheid met de Leiestreek was dan ook veeleer een emotionele dan artistieke overweging. De Leie was voor hem meer dan een idyllische rivier en de vlasrijke landerijen die het omringden waren de bron van zweet en hard labeur. Huys wordt voor het eerst opgemerkt door zijn deelname aan de Luikse wereldtentoonstelling in 1905. Zijn aanwezigheid gaat ook advocaat en schrijver Octave Maus niet voorbij. Op zijn uitnodiging exposeerde hij bij La Libre Esthétique en trad hij  toe tot de kunstgroep ‘Vie et Lumière’ waar hij figuren als Emile Claus, James Ensor, Anna De Weert en Jenny Montigny vaker ontmoette. Ook Georges Chabot en André De Ridder spraken vol lof over zijn werk. Zijn deelname aan de Biënnale van Venetië vijf jaar later werpt dan ook internationaal vruchten af.
Het Amerikaanse Carnegie Institute nodigde hem vanaf 1910 uit voor de jaarlijkse tentoonstellingen te Pittsburgh. Hier bleef hij van 1910 tot 1914 en van 1920 tot 1923 exposeren. Het instituut had een mooie reputatie opgebouwd en wilde het Amerikaanse publiek verrijken met een select gezelschap van kunstenaars uit binnen- en buitenland.
Ook in Amerika konden ze Modest Huys zijn kleurgevoel, vrije fractuur en poëtische benadering smaken.

HUYS WATERRATTEN 1921

(olie/doek, ‘Waterratten’ – 1921)

Advertentie

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s