Véronique (Vé) Vindevogel draait al enkele jaren mee in het Latemse kunstleven.
Ze volgde na haar humaniorastudies de keramiekklassen aan de Stedelijke Academie van Aalst waar ze o.m. les kreeg van haar vader, de Latemse beeldhouwer, keramist en tekenaar Geo Vindevogel.
‘Ve’ Vervolmaakte zich, na vier jaar Aalst, aan de Koninklijke Gentse Academie voor Schone kunsten bij Carmen Dionyse die net als
Landuyt haar prille beginperiode zal beïnvloeden.
Ve Vindevogel is echter het archetype van de onrustige kunstenaar die steeds op zoek is naar nieuwe uitdagingen. Ze bleef, hoewel ze zelf les gaf aan de KASK te Deinze, niet bij het louter academische van de keramiekkunst.
Ze zocht naar een eigen techniek en thematiek. Ze experimenteerde voortdurend met kleisoorten en pigmenten.
Reeds in 1978 stelde ze haar keramieken voor het eerst tentoon in de toenmalige ‘Galerij Georges Buysse’ aan de Nelemeerstraat te Sint-Martens-Latem.
Zelf noemt ze haar œuvre vooral sterk beïnvloed door de Pre-Columbiaanse kunst.
Gepassioneerd door natuur en reizen, met een voorliefde voor Marokko, werd de kunstenares later vooral aangetrokken door de Afrikaanse kunst en haar vormentaal.
De ‘rode lijn’ die door haar creaties dwaalt, is de leidraad bij het streven naar een evenwicht in de esthetische beweging van mens en dier.Thematiek, handvaardigheid en zin voor relativiteit spelen een belangrijke rol bij de veruiterlijking van haar vormen en figuren.
Ze blijft experimenteren met de meest uiteenlopend kleisoorten maar chamotte, witte en zwarte klei dragen haar voorkeur.
Merkwaardig is ook de totaal eigen glazuurtechniek die ze door haar passie voor het boetseren en een haast natuurlijk aanvoelen van pigmenten heeft ontwikkeld.
In 2012 neemt ze naast de keramiek opnieuw de draad op met de teken- en aquarelkunst.
Dit resulteert in 2014 in een evenwichtige reeks beelden en aquarellen ‘Raço di biou’. Moderne, gestileerde creaties die de stieren uit de Franse Camarguestreek aandacht en uitstraling geven.