Ferdinand Willaert wordt op 15 januari 1861 te Gent geboren. Hij is de oudste in een gezin van 13 kinderen. Zijn vader, Charles-Louis, is decorateur en schilder van portretten en religieuze composities. Zijn broers Arthur (1875-1942) en Raphaël Robert Willaert (1878-1949) zijn eveneens kunstschilders. Arthur maakt naam als schilder van vissers op het strand, Raph Robert is dan eerder gespecialiseerd in honden. Het toeval wil dat Willaerts ‘tweede vrouw, Valentine Fontan (1882-1939)en haar vader Joseph-Auguste Fontan ook schilders zijn.
Valentine huwt in 1908 Ferdinand Willaert (1861-1938). Zij krijgt zelf enige faam als schilder van stillevens, bloemen, interieurs, portretten, taferelen met figuren.
Het echtpaar vestigt zich in de Drabstraat 7 in Gent. Valentine neemt deel aan de driejaarlijkse salons in Gent en aan salons in Parijs. Ze is tevens lid van het Nationaal Verbond van kunstschilders en beeldhouwers van België.
Na zijn middelbare school volgt Ferdinand een opleiding als schilder-decorateur en doorloopt de klassen van de Gentse Academie in amper drie jaar tijd. Zijn mentor en leermeester is Theodoor Canneel. In 1884 wordt Willaert zelf leraar aan de Gentse academie. In 1890 trekt hij met twee bevriende schilders over Frankrijk en Spanje naar Marokko waar hij tot 1892 zal verblijven. Hij schildert in Tanger en omgeving.
Bij zijn terugkeer naar zijn geboortestad stelt hij zijn Marokkaanse schilderijen tentoon in de Gentse ‘Cercle Artistique’.
Deze uiterst gewaardeerde tentoonstelling wordt het begin van een succesvolle artistieke doorbraak. De belangstelling is overdonderend; de critici schrijven vol lof en bijna alle werken worden verkocht. Liefhebbers bewonderen zijn persoonlijke visie, de rijkdom aan kleuren en de eerlijke weergave van zijn thematiek Zo wordt hij uitgenodigd om in Parijs tentoon te stellen.
Van dan af is hij geregeld te zien in het Parijse Salon en Belgische en Franse musea kopen zijn werken aan.
1893 is voor Willaert een bijzonder jaar. Hij slaagt in een kunstexamen en wordt directeur van de academie in Dendermonde. Hij zal deze post tot op hoge leeftijd bekleden. Datzelfde jaar wordt hij ook lid van de Société Nationale den Beaux-Arts te Parijs. In 1907 wordt hij er secretaris. Intussen was hij teven lid van de Parijse Société du Salon D’Automne en van de Société Royale des Beaux-Arts te Brussel.
In 1899 wordt Ferdinand Willaert lid van de jury der Belgische Salons. In die hoedanigheid richt hij dan diverse Salons in te Gent, Antwerpen en Brussel Pas dan begint hij zelf regelmatig deel te nemen aan buitenlandse tentoonstellingen Turkije, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Engeland, Italië, Spanje, Rusland, Egypte en de Verenigde Staten volgen elkaar snel op en hij wordt meermaals gelauwerd.
Hoewel Ferdinand Willaert een meer dan verdienstelijke carrière opbouwt, kent hij geen rijkdom. Die welstand komt pas op het einde van zijn leven toen zijn werken pas goed in de markt lagen.
Hij houdt tot aan zijn dood zijn stek aan de Gentse Drabstraat, hoewel hij er enkel in de weekends verblijft want door zijn lang directeurschap aan de Academie is heeft hij een huurappartement in Dendermonde waar hij het grootste deel van de week woont en werkt.
Na de dood (1904) van zijn eerste vrouw, Leontine Van Loo,hertrouwt hij als eerder vermeld met Valentine Fontan die hij in Parijs heeft ontmoet. Zo kon men Ferdinand, Valentine en haar vader, notaris Fontan, vaak samen aan het werk zien in het atelier van haar ouderlijk huis te Magnan in de Gers. Met Valentine krijgt hij in 1918 een dochter. Marguerite.
In 1936 gaat Willaert met pensioen.
Op 30 januari 1938 overlijdt hij en wordt bijgezet in de familiekelder op het Campo Santo te Sint-Amandsberg (Gent).
Onder de Gentse kunstenaars voelt hij zich sterk verwant met Albert Baertsoen. Ze delen als het ware hun onderwerpen . Hij is wel minder poëtisch en zwaarmoedig dan Baertsoen en zoekt kleur en toetsen eerder bij Claus, Courtens en Verheyden Zoals de schilders van de Dendermondse School is ook hij ook wel een materieschilder maar onder invloed van de Franse impressionisten en het luminisme ontwikkelt hij een lichtere schriftuur en een zachter kleurenpalet. De losheid van de schriftuur werd door hem meestal opgevangen door een doordachte compositie en door een juiste weergave. Dit leidde dan eerder tot een ‘verzoening’ van beide tendensen.
Hij was een rasechte, geboren en getogen kunstschilder. Zijn eigen coloriet en schriftuur maken zijn oeuvre zo herkenbaar. Willaert was van nature rijkelijk begaafd en kende zijn vak als geen ander. Hij was een ‘veelschilder’ maar zijn oeuvre was rechtlijnig en liet zich leiden door zijn visie en picturaal gevoel…